Oh my god

Na de dood van mijn zoon Jelmer ben ik als een gek gaan schilderen. Het verdriet moest eruit en het maken van beelden bracht me niet de uitlaatklep die ik toen nodig had. Het schilderen met plamuurmes had ik snel onder de knie. In mijn geval werd het rauw en pasteus.

Dit doek is zwaar. Ik heb het gemaakt in die zwarte tijd. Ik heb er een uitgeknipte foto van een oog in gemonteerd. Het bekende OOG Gods, zoals dat ook thuis bij mijn oma’s ingelijst in de keuken hing. Met in mijn achterhoofd die prangende vraag: Waar was je toen het misging God? Helemaal teruggeworpen op mezelf heb ik de dood van Jelmer om weten te zetten in ook mooie dingen. Voor mij is dit het dierbaarste schilderij dat ik ooit heb gemaakt.

23.00 uur (uit bed)

Iedere ouder herkent het moment dat zijn kindje ineens slaapdronken, knipperend tegen het felle licht in de deuropening staat. Dan zijn kindjes op hun fijnst. Warm, half in slaap, plakkerig van het dromen en zoet ruikend op zoek naar een warme schoot om even in te schuilen. Toen me dat jaren geleden overkwam, heb ik meteen in de ochtend dit schilderij gemaakt. Overlopend van geluk. Het werk is later aangekocht door Museum Kempenland. Op die manier kon ik via dit doek mensen laten delen in het gevoel van herkenning dat dit doek bij hen opriep. Wat een mooi vak heb ik toch.